Kernovertuigingen
- De waarheid van het lijden. Dit is een diagnostiek, met name de vaststelling dat iedereen geconfronteerd wordt met het onbevredigend, oncomfortabel of pijnlijk karakter van het bestaan.
- De waarheid van de oorsprong van het lijden. De wortel van het lijden waar het boeddhisme een antwoord op wil bieden, bevindt zich in de onbevredigbare dorst die voortkomt uit ons verlangen om aangename ervaringen te bekomen en uit onze gehechtheid om deze vast te houden. Het lijden wordt ons dus niet opgelegd door externe factoren, maar vindt zijn oorsprong in onze eigen geest.
- De waarheid van het stoppen van het lijden. De remedie tegen het lijden bestaat uit het stoppen van deze dorst en gehechtheid.
- De waarheid van het pad. Dit pad bestaat uit het cultiveren van ethisch gedrag, meditatie en wijsheid. Door dit pad te bewandelen, beweegt men zich naar de toestand waar alle lijden afwezig is.
Structuur van het boeddhisme: de 3 juwelen
De drie juwelen zijn de drie objecten waartoe elke boeddhist toevlucht neemt: Boeddha, dharma en sangha.
- Boeddha Śākyamuni werd circa 450 jaar voor Christus geboren en ontwaakte tot de toestand zonder enig lijden. Hij is de gids en leraar van elke boeddhist. In het Mahayana boeddhisme verwijst deze benaming ook naar de boeddha-aard, die in elk wezen aanwezig is. Door hiertoe te ‘ontwaken’ bereikt men de verlichting.
- Dharma staat voor kennis nemen van het onderricht van de Boeddha, het onderzoeken en de beoefening ervan.
- De Sangha is de gemeenschap van de beoefenaars van de leer van de Boeddha. In strikte zin is dit beperkt tot de gemeenschap van de monniken en nonnen, maar in brede zin betreft het ook de lekengemeenshap. De spirituele vriendschap die er heerst ondersteunt de beoefenaar.
Diversiteit binnen het boeddhisme
Er zijn 2 hoofdstromen binnen het boeddhisme: Theravada en Mahayana.
Theravada betekent de ‘Weg van de Ouderen’. Deze traditie volgt de oudste overlevering van het onderricht van de Boeddha. Het legt een grote nadruk op de studie van de historische teksten en de beoefening ervan. Ook wordt meestal veel belang gehecht aan het behoud van de traditie via de monastieke gemeenschap.
Mahayana betekent ‘Groot Voertuig’. Het ontstaan van deze traditie situeert zich rond de eerste eeuw na Christus. De teksten ervan geven prioriteit aan het helpen van alle wezens boven de individuele bevrijding van het eigen lijden. Deze stroming bestaat uit verschillende scholen: Zen boeddhisme, Reine Land boeddhisme, Nichiren boeddhisme enz.
Binnen het Mahayana boeddhisme is in de zevende eeuw het Vajrayana boeddhisme onstaan. Deze volgt de filosofie van het Mahayana boeddhisme, maar onderscheidt zich door specifieke methodes bij de meditaties, zoals visualisaties. Het Tibetaans boeddhisme is de bekendste vorm van deze stroming.
Maatschappelijk engagement
Wederzijds afhankelijk ontstaan is een belangrijk concept binnen het boeddhisme. Alle fenomenen in het universum ontstaan omwille van andere fenomenen. Niets bestaat op zich.
De wederzijdse verbondenheid die hieruit voortvloeit betekent dat de natuur niet ten dienste staat van de mens. We moeten ons in tegendeel bewust zijn van de invloed die al onze acties hebben op onze omgeving. Een goed begrip van dit concept spoort de beoefenaar dan ook aan om zorg te dragen voor de natuur. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er talrijke boeddhistische initiatieven zijn om het groene bewustzijn concreet te maken via permacultuur projecten of boomaanplanting.
Het wederzijds afhankelijk ontstaan is ook van toepassing op de menselijke relaties. De beoefening van het juiste inzicht, van mededogen en onbaatzuchtigheid biedt het middel om een diepe motivatie te cultiveren tot verantwoordelijk handelen in situaties van sociaal, politiek, milieu- en economisch lijden en onrecht.
Geschreven door: Boeddhistische Unie van België